dinsdag 9 maart 2010

Nederlands exportproduct

Vorige week kwamen, vrij onverwachts, mijn goede vrienden Saskia en Jan Jaap op bezoek in Belmopan. Onze internationale vriendenkring hier was erg gecharmeerd van hun typisch hollandse namen - en van hun persoonlijkheden. Nederlanders communiceren nu eenmaal gemakkelijk.

Jan Jaap merkte met enige trots op dat de Nederlandse exportproducten het nog steeds goed doen over de hele wereld, zo ook in Belize. Heineken bier, Shell benzine, Philips producten...je kunt het inderdaad allemaal kopen hier in Belmopan.Zelf was ik verbaasd om een ander Nederland exportproduct aan te treffen in een winkelcentrum in Mexico. Ik wist niet dat deze lange blonde Nederlandse vrouw zo beroemd was.

Op mijn Engelstalige blog deze week een artikel over vrouwen in Belize (Dutch version)

Gisteren was het 8 maart, internationale vrouwendag. Nooit gedacht dat dit zo groots gevierd zou worden in Belize. Super, want hoewel Belize best geemancipeerd is zijn er nog grote achterstanden. Meer dan de helft van de kiezers is vrouw, maar er is geen enkele vrouwelijke minister. Vrouwen verdienen slechts zo'n tweederde van wat mannen verdienen  en het aantal tienermoeders stijgt nog steeds. Dit zijn wereldwijde fenomenen.  Misschien kan Doutzen dit, naast het aanprijzen van bloesjes, ook een keer aan het licht brengen.

woensdag 10 februari 2010

Aan het einde van mijn Nederlands

Zucht. Ik moet het helaas toegeven. Mijn Nederlands heeft na twaalf jaar verwaarlozing ernstige schade opgelopen. Niet onomkeerbaar hoor, maar ik moet per zin minstens een woord in het groene boekje opzoeken, en ( zie je, volgens mij zet je in het Nederlands nooit een comma (of komma?) achter het woordje en, toch?) ik raapleeg regelmatig www.lookwayup.com om het Nederlandse equivalent van het Engelse woord te vinden wat altijd eerst bij me opkomt. Het was zelfs mijn oude moedertje opgevallen, om van mijn zus die net haar Masters in Nederlands heeft behaald nog maar te zwijgen.

Mijn blog loopt goed, daar ben ik best trots op want ik steek er veel tijd in. Dit succesje wordt grotendeels veroorzaakt door de Engelstalige lezers. Ter vergelijking: tot zover deze maand heeft mijn Nederlandse blog 86 hits terwijl er 232 genoteerd werden op mijn Engelse versie - die van mezelf inbegrepen, ha  ha.
In januari had ik maar liefst meer dan duizend hits, waarvan 80% Engelstalig.

Omdat het veel tijd kost om te bloggen heb ik besloten om mijn Engelstalige blog voorrang te geven. Jullie Nederlandstaligens spreken immers allemaal uitstekend Engels, toch? Zeker mijn niveau Engels.

Mocht je het er niet mee eens zijn, laat dan een commentaartje achter, want dat mis ik ook een beetje op mijn  Nederlandse blog. Of click door naar www.dutchinbelize.blogspot.com, of op het vlaggetje hier links.

Wees gegroet!

woensdag 27 januari 2010

Supermarkt missionaris

Binnenkort ben ik precies een jaar in Belize, op 1 february 2009 kwam ik aan op het kneuterige vliegveld in Belize city. Het was begin van de middag, bloedheet, en ik was hondsmoe. Het inpakken van onze inboedel in Sri Lanka, het overdragen van mijn werk en het emotioneel afscheid van vrienden en collega's en daarna de 32-uur durende reis om de wereld, hadden hun tol geeist.

Michel was al sinds een paar maanden in Belize. Hij huurde een appartementje omdat hij zonder de aanwezigheid van z'n vrouw geen huis durfde te kiezen (Heel verstandig , lieverd!).

In wezen was Michel er niet zeker van of ik wel in het enigszins duffe Belmopan wilde wonen. Hij vermoedde dat zijn wereldse vrouw wellicht liever in Belize City zou willen wonen. Dus reden we rechtstreeks van het vliegveld naar de voormalige hoofdstad voor een sightseeing trip. Het had net geregend en de straten liepen over van het water en de vuilnis. Ik vond Belize City een grote zooi.

De rit naar Belmopan was echter plezierig en toen we in Belmopan aankwamen was ik aangenaam verrast. Het was er schoon, met brede straten, omringd door vers groen gras en parkjes. Ik schrok wel een beetje van de drie aftandse gebouwen die gezamenlijk het stadscentrum vormden, maar verder vond ik Belmopan - na Belize City and Colombo - een oase van groen, rust en schoonheid.

Dit schone gevoel duurde een paar maanden. Om precies te zijn, totdat op een dag een traktor met grasmaaier het gras langs de kant van de weg maaide. Hemel, wat kwam daar allemaal tevoorschijn. Ik probeerde de grasmaaier te stoppen om een 'voor en na' fotos te maken maar hij was al klaar met maaien, en onthulde een lange sliert vuilnis, oude plastic zakjes en styrofoom dozen. Beauty dies where litter lies..

Afvalverwerking is een probleem in Belize. De Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank heeft onlangs een lening van 11 miljoen $ aan Belize gegeven om het probleem aan te pakken. Ik hoop dat een gedeelte van het geld wordt uitgegeven aan voorlichting en het opruimen van zwerfvuil. Het zal een paar jaar duren eer we resultaat zien. Dus laat het gras maar groeien, zou ik zeggen.

Tot die tijd probeer ik mijn eigen bijdrage aan het milieu te leveren door categorisch plastic tasjes te weigeren. Op de markt, in de supermarkt, overal.
Ze doen hier elk stukje zeep, blikje tomatenpuree of zak brood in een apart tasje.

Ik mag graag preken tegen de kassières en de klanten. "Weten jullie wel dat het honderd jaar duurt eer dit tasje is vergaan", vraag ik op belerende toon. Meestal kijkt men me aan of ik van een andere planeet kom. En misschien is dat ook wel zo.

Als enige in Belmopan neem ik altijd mijn Belgische boodschappentas mee de winkel in. Ik ben een supermarkt missionaris. Mijn missie is om de plastic tasjes gevers en -nemers te bekeren en hun zielen te redden van onderdompeling in meters plastic en afval. Ik geloof heilig in mijn missie, maar helaas ben ik de enige hier.

woensdag 20 januari 2010

Kristine

Soms kom je mensen tegen met wie het meteen klikt, waarmee je binnen enkele minuten in een deuk ligt omdat je ontdekt dat je veel gemeen hebt. Ik heb Kristine ontmoet via mijn werk als consultant voor UNDP. Oorspronkelijk uit Noorwegen, is ze na vele omzwervingen met haar diplomatenouders en haar werk voor de UN, in Belize terecht gekomen. Dat was niet helemaal volgens verwachting, maar nu is ze hier als 'assistent resident representative' voor de VN en daarmee de hoogstegeplaatste VN ambtenaar in Belize.

Maar daar wilde ik het niet over hebben. Ik moet altijd vreselijk met haar lachen...ze kan heel goed accenten nadoen en haar anekdotes zijn zo grappig dat ik ze even wilde delen.

Bijvoorbeeld over de Italiaan die naar Belmopan komt. Samen gaan ze lunchen in een restaurant (zo een met houten picknick tafels) en na het eten vraagt de Italiaan om een Ristretto, met een rollende r. ‘Een wat?’ vraagt de Belizeaanse serveerster, ‘een Ris-trrretto’, zegt de Italiaan, harder en hij laat de r nog even langer rollen. De serveerster staart hem aan en kijkt naar Kristine voor uitleg. De Italiaan heft z'n handen, kijkt naar het plafond, zucht en herhaalt het nog maar eens, een RRRiii- strrrr-eeetto...hij kan zich simpelweg niet voorstellen dat iemand daar nog nooit van gehoord heeft.

Of die van Kristine's voormalige baas, een franse VN diplomaat die een lange presentatie houdt. Na afloop durft Kristine hem een vraag te stellen, zoiets als: hoe gaan we dit in praktijk brengen? "Ben (spreek uit Bah)", antwoordt hij met z;n frans accent "use your brain!" Ha ha, franse diplomatie ten top.

Maar waar expats het allerliefst over praten is enge beesten. Dus vertelde ik haar over onze freaky room (zie blog post in Mei 2009). Blijkt dat Kristine ook schorpioenen in haar huis heeft. Op een dag komt ze thuis van haar werk, en ziet onder het kleed in haar huiskamer een bobbel. Een bewegende bobbel. Haar kat, Storm genaamd, springt opgewonden en miauwend op een neer op het kleed en bespeelt met zijn pootje de bobbel. O hemel, denkt Kristine, dat is een grote schorpioen, of is het een muis of...het zal godbetert toch geen rat zijn?

Uit haar boekenkast haalt ze (ik citeer) 'het enige geschikte wapen voor dit soort acties, de vuistdikke biografie van Pol Pot', en ramt daarmee op de bobbel. Voorzichtig komt ze nader, en met een vies gezicht licht ze het kleed op, en wat ligt daar?

Haar mobieltje... op de trilstand.
Kapot welteverstaan.

woensdag 13 januari 2010

Winter In Belize



Oke, niet dat het hier sneeuwt ofzo maar het is verrekte koud momenteel in Belize. Het koufront dat Europa en de VS zoveel overlast bezorgt is ook hier aan het pesten. Ik zou aan de kou gewend moeten zijn, maar na twaalf jaar in de tropen loop ik ook te rillen. Ziehier het weeroverzicht van vandaag. (www.hydromet.gov.bz).
Eerlijk gezegd begrijp ik niets van deze satelliet foto waar Belize slechts een stipje is, maar ik ga ervan uit dat 'blauw' koud betekent, en 'rood' warm...en ik zie niks roods in of nabij Belize.
Ik begrijp ook niet waarom Belize met Fahrenheit werkt, 't is tenslotte een land van Britse afkomst, maar het enige wat je hoeft to doen om naar Celsius om te rekenen is het volgende. Met neme het Fahrenheit getal, trekt daar 32 van af, deelt dit door 9 en vermenigvuldigt het met 5. Kunt u het nog volgen? Dus 68-32 = 36 /9 = 4 x 5 is 20. Een kind kan de was doen - a child can do laundry! (ha ha)

Time..............................4 PM
Temperature......................68 F
Relative Humidity(%)...............77
Wind (kt)........................WS04
Pressure (hPa).................1022,0
Sky..............................Cloudy

De gemiddelde temperatuur in januari is veel hoger, namelijk 79,2° F, dus daar gaan we weer 79.2 - 32 = 47.2 gedeeld door 9 is ehhh, on-line converters zijn een fijne uitvinding.

Nu zul je zeggen: "WAT? Twintig hele graden...dat is een warme zomerdag in Nederland". Klopt, dus ik zal verder niet klagen. Maar zie deze foto van Thomas, de zoon van een vriend afgelopen zaterdag, die voor het eerst in zijn leven handschoenen en een muts draagt. Zo koud is het hier!





dinsdag 5 januari 2010

Alles Inclusief

Met de Kerst waren we in Mexico. Af en toe moeten we echt even uit het piepkleine Belmopan ontsnappen om adem te halen. We zijn naar Chetumal gereden net over de grens, en van daar in een ruk naar Cancun. Strand- en party paradijs. Cancun trekt tussen de 2 en 4 miljoen bezoekers per jaar, vermenigvuldig dit even met pak ‘m beet 1.000 $ per persoon en je begrijpt hoe belangrijk Cancun voor Mexico is. Het is een lange strip land omringd door blauw-groene zee, met daarop een ketting aan vier- en vijf sterren hotels, net Las Vegas maar dan zonder casino’s.
We verbleven een paar nachten in een all inclusive resort. Dat was voor mij de eerste keer, de workshops in resorts in Sri Lanka and St Lucia daargelaten. Nou, inderdaad, alles was er inclusief. Uitstekend eten uit alle uithoeken van de wereld, rijkelijk vloeiende cocktails and wijn, we hebben getennist, ge-minigolfd, in all 5 zwembaden gezwommen, inclusief de jacuzzi voor volwassenen terwijl Soleine zich in de kids club vermaakte, we zijn naar de film geweest en naar de gym. Het enige was niet inbegrepen was, waren de sex films en de spa massages. Da’s redelijk, toch?

Met vriendelijk personeel, a la carte restaurants en een zeer ruime hotelkamer hadden we absoluut niet te klagen. Maar toch waren we o-zo-blij dat we weer weg mochten. Hoe dat zo? Okay, we voelden ons als op een andere planeet, zoals in Disney’s film Wall-E, of zelfs zoals in een luxe gevangenis maar dat was het probleem niet.
We waren gewoon blij om al die andere hotelgasten niet meer te hoeven zien! Ben ik een snob als ik zeg dat je in een vijf sterren all inclusive geen leuke mensen ontmoet? Ze waren onbeleefd, klagerig en luidruchtig. Ze laden hun borden vol met belachelijke hoeveelheden eten, bestellen het ene drankje na het andere zonder het op te drinken, ze groeten niet en zeggen geen dank je wel. En het waren niet eens Russen. Ik ontmoette een Nederlands stel, best aardig, maar na hun waslijst klachten over muggen, hitte en stofvlokken aangehoord te hebben kon ik ze niet meer zien.
En wat gebeurde er toen? Na drie dagen voelde ik bij mezelf ook inhaligheid en intolerantie opborrelen. Alsof dit soort hotels het slechtste uit je naar boven halen; het hebzuchtige en veeleisende monster dat in ons allen huist.

Zo kan ik ons Cancun verblijf samenvatten: je krijgt al het goede voor een redelijke prijs: inclusief dineren in zeven restaurants, fijne drankjes, sport en vermaak maar je moet de vervelende mensen op de koop toenemen, jezelf inbegrepen! Echt ALLES inclusief!

Great Parnanussus. Vijf sterren resort of luxe gevangenis?

Overigens zijn we niet alleen maar in Cancun geweest. We hebben ook nog wat cultuur en geschiedenis opgesnoven in de koloniale steden Merida, Izumal en Valladolid. Zie de diashow hier onder.

maandag 4 januari 2010

donderdag 24 december 2009

Kerst in Belize

Zie mijn post on Engelstalige versie op http://www.dutchinbelize.blogspot.com/


Groeten uit Merida (Mexico)...mooie oude stad, waar iets meer kerstsfeer heerst dan in Belize!
Bovengronds gesproken...

dinsdag 15 december 2009

Woensdag Wobbledag

Iedere woensdag verzamelen we om 18.00 uur bij de Wings Stop Bar, de kroeg met het koudste bier en de lekkerste citroen-peper kippenvleugels. Dat is het aardigste wat ik van deze bar kan zeggen, want de deurloze toiletten, de ranzige picknicktafels en WCs waar je je hand in de spoelbak moet stoppen om door te trekken zijn niet echte aanraders.

We verzamelen daar om te gaan hardlopen, of joggen, of wobbelen rond de Ringweg in Belmopan, zo'n 4,5 kilometer. Meestal ren ik zodat ik mijn biertje en vleugeltje echt verdiend heb - vind ik althans. Vorige week wandelde ik echter samen met de Britse Ambassadeur Pat Ashworth. Belize is het enige lid van de gemenebestlanden in de regio dus natuurlijk is hier een British High Commission.


Pat spreekt zowaar een beetje Nederlands, van de tijd dat ie in Den Haag gestationeerd was. Zoals hij het zei klonk het heel eng ('Mag ik de rrrre-ke-nign') maar wellicht klinkt Nederlands echt zo. We hadden het over Kerst in Belize en ik vroeg wat mensen hier eten met Kerst. Turkey en ham, zei ie, en ik herinnerde hem aan het Nederlandse woord kalkoen. Dat lijkt op Cancun en we bedachten hoe een kalkoen in Cancun heet. Toen vroeg ie of ik wist hoe een turkey in Turkije heet. Uhh, een Türkie, opperde ik. 'Het is hindi', zei-ie. En zo vroegen we ons af wat een kalkoen in het Hindi is. Dat wisten we geen van beiden, maar we kenden allebei wel het Portugese woord voor kalkoen, peru...maar eer we konden bedenken hoe een kalkoen in Peru heet waren we terug bij de bar.

Daar merkten we een nieuwe constructiesite op, midden in het kloppend hart (ahum) van Belmopan. We vroegen ons natuurlijk af wat het zou gaan worden. We dachten, of hoopten:

1) een Drive Inn bioscoop
2) een MacDonald's
3) een Kentucky Fried Turkey

Ha ha. Lekker dromen, 't is tenslotte Kerstmis...

zaterdag 5 december 2009

Rovers, cocaobonen en vieze WCs

Ben net terug van een tripje naar het zuiden van Belize, Toledo district. Voor mijn werk heb ik een paar projecten bezocht die door de Verenigde Naties (VN) gesteund worden. Het werd een soort 'girls trip', want ik ging met mijn vriendin Carmen uit New York en met Barbara, de vrouw van de nieuwe Amerikaanse ambassadeur.

Toledo is het minst ontwikkelde district van Belize. Een beetje zoals het achterlopertje van de klas. Slecht een op de vier huizen is er aangeloten op een rioleringssysteem, en meer dan een derde van de volwassenen kan niet lezen en schrijven, vergeleken met minder dan een kwart in heel Belize. Het aantal kinderen dat de vijf jaar niet haalt is anderhalf keer zo groot als in de rest van Belize.
Toledo is bedekt met een dikke laag tropische jungle en de meeste inwoners zijn Maya, Mopan of Kekchi Mayas, verspreid over 30 kleine dorpjes. De combinatie van fris groen en Maya huizen maakt het bijzonder pittoresk, net de voorpagina van een National Geographic.

De VN steunt Toledo district op verschillende manieren. UNICEF helpt bij de opzet van een kleuterprogramma en schone toiletten op scholen, UNDP heeft milieuprojecten en helpt boeren met duurzame landbouw en de Wereld Gezondsheidsorganizatie (WHO) werkt met ziekenhuizen om zuigelingenzorg te versterken en borstvoeding te promoten.

Met gemengde gevoelens reden we twee dagen later weer terug naar Belmopan. We waren blij verrast over een programme genaamd Roving Caregivers, waarbij jonge meiden worden getraind om Maya-moeders en hun kleuters te leren spelen en hen zo motorieke en verbale vaardigheden bij te brengen. De rover komt bij de moeder thuis om te spelen en de ouders te trainen. We waren ook onder de indruk van een lokale organizatie Ya'axche Conservation Trust, dat twee grote nationale parken beheert en kleine boeren helpt met duurzame landbouw produktie van onder andere koffie en cacao. Diep teleurgesteld waren we echter door het WASH project, waar scholen nieuwe toiletten en kraantjes zouden krijgen. Heel hard nodig, zo bleek uit ons bezoek, maar het project is begonnen en nooit afgemaakt. Schooldirecteuren waren gefrustreerd en lieten ons nieuwe doch ongebruikte toiletgebouwen zien die niet waren aangesloten op de riolering, stinkende WCs en een hele reeks gebroken kraantjes die van plastic waren gemaakt en niet langer dan 3 weken geleefd hebben.

Vanwaar deze gemengde resultaten, ofwel wat maakt dat een project succesvol is of juist faalt? Slechte planning, onduidelijke taakverdelig, politieke instabiliteit en hoog personeelsverloop bij VN organizaties verpesten het vaak, terwijl goede monitoring, kwaliteitscontrole en het met beleid selecteren van partners juist wel goed werken. Mijn conclusie, na vele jaren projectbezoek in meer dan 20 landen, is dat ontwikkelingswerk een beetje als roulette is...soms win je, soms verlies je.






vrijdag 27 november 2009

La Isla Bonita

"Last night I dreamt of San Pedro...It all seemed like yesterday, so far away. Tropical the island breeze, all of nature wild and free...
this is where I want to be...la Isla Bonita..."

Wie kent niet het Madonna liedje uit 1987? Pfoe wat lang geleden alweer. Hoe dan ook, afgelopen weekend waren we voor het eerst in San Pedro, het grootste en meest toeristische eiland aan de kust van Belize, Ambergis Caye genaamd. Mij was verteld dat Madonna's liedje op dit eiland geinspireerd is, en daar maken de
Belizeanen gretig gebruik van in reclamespotjes en op billboards; Kom naar la Isla Bonita.

We logeerden in Porto Fino, een resort gerund door Jan en Sandra. Hij is Nederlands, zij is Belgisch, bekende combinatie voor ons. Ze hebben een dochtertje van dezelfde leeftijd als Soleine en samen zijn ze de enige twee Nederlandstalige kindjes in Belize. Dit is helaas niet genoeg voor Sinterklaas om helemaal hier te komen maar dat is een ander verhaal.

Porto Fino is geweldig, muy bonito, met blauwgroene zee, wit zand en wuivende palmbomen. Kapitein Jan kwam me ophalen met het bootje en Sandra verwelkomde me met een rumpunch versierd met rode hybiscus. Soleine en Louke hebben fijn de hele avond gespeeld, in het Engels welteverstaan, maar dat mocht de pret niet drukken.

Helaas las ik later ergens dat Madonna het helemaal niet over onze San Pedro had. In een interview zei ze: "I don't know where San Pedro is, at that point I was not a person who went on vacation to beautiful islands".

Nou da's dan jammer voor je, Madonna. Inmiddels ben je waarschijnlijk wel 'zo'n persoon' en ik kan je van harte aanraden om naar Belize's San Pedro en Porto Fino te gaan!

woensdag 18 november 2009

Blackman Eddy

Voor mijn werk als consultant voor UNDP heb ik onlangs een paar dorpen in Belize bezocht om te praten over 'Village Council Governance". In het Nederlands is een village council een dorpsraad maar dat klinkt een beetje Middeleeuws. Gemeenteraad heet het volgens mij, maar daar kun je het echter niet meer vergelijken. De dorpsraad hier bestaat uit vrijwilligers, alleen de voorzitter krijgt een vergoeding van $25 per maand. Er zijn 193 dorpen in Belize, die samen 49% van de bevolking vormen. Dit komt neer op zo'n 160.000 man, zoiets als een stad in Nederland. De dorpen hier hebben heel weinig inkomen, afgezien van inkomsten van de drankvergunningen, zo'n $1000 per jaar hetgeen nauwelijks genoeg is om de gemeenschappelijke eigendommen te onderhouden, zoals het kerkhof of het sportveld. Het is niet gemakkelijk voor de welwillende gemeenteraadsleden om iets voor hun gemeenschap te doen. Maar daar wilde ik het niet over hebben. Wat het werk zo leuk maakt, zijn de namen van de dorpen. Elk land heeft zo z'n grappige plaatsnamen, zoals Boerenhol, Sexbierum, Aanwas, Bruinehaar en Pieperij.

In Belize hebben we Blackman Eddy, Doublehead Cabbage, More Tomorrow, Tea Kettle, Duck Run, Fire Burn, Silk Grass, Trial Farm, Indian Church en Crique Jute. Je mag zelf bedenken waarom deze dorpen zo heten. Ik vind het gewoon leuk om 's ochtends in de auto te stappen en tegen Michel te zeggen: Doei, ik ga naar Blackman Eddy!

donderdag 12 november 2009

Is Belize een duur land?

Blijkbaar willen veel mensen hier meer over weten. Ik ben gevraagd om een artikel te schrijven over de kosten van levensonderhoud in Belize. Ik vind dat niet echt een boeiend onderwerp, maar schijnbaar zijn er talloze Amerikanen die eventueel ooit van plan zijn te emigreren en Belize als een van de opties zien. Zij willen graag weten wat het hier allemaal kost. Ik heb dus een lang stuk geschreven dat in een Amerikaans tijdschrift gepubliceerd gaat worden. Maar omdat ik denk dat de meeste Nederlanders hier niet in geinteresseerd zijn, heb ik het niet vertaald. Mocht je meer willen weten, klik dan even op mijn blog in de engelstalige versie via of www.dutchinbelize.blogspot.com of via het vlaggetjes links.

dinsdag 3 november 2009

Ritme van de Regen

Het klinkt alsof je rijst in een kopje giet. Zzzzhhhtht. Eerst een klein beetje, dan meer. Dan is het of iemand zachtjes aan een volumeknop draait en wordt het geluid steeds harder. Ik heb het over regen. Soms regent het hier zo hard dat de televisie niet meer verstaanbaar is. Maar de volumeknop draait langzaam door, standje 7, dan 8, dan 9. Je kunt elkaar nu ook niet meer verstaan, zelfs als je schreeuwt. En net als je denkt dat het echt niet harder kan, dat de volumeknop op maximum staat, dan blijkt er toch nog een extra standje op te zitten. De neerslag knettert nu zo hard dat je je eigen ademhaling niet meer kunt horen. Letterlijk oorverdovend. En dan plotseling...schiet de volumeknop terug; van maximaal naar nul in drie seconden. Stilte.

Rob de Nijs heeft zijn inspiratie voor Zachtjes tikt de regen op het zolderraam duidelijk niet uit Belize gehaald.


woensdag 28 oktober 2009

Drie maal drie is...

Interessante ontdekking gedaan gisteren. Vraag een willekeurige persoon eens om drie vingers op te steken. Waarschijnlijk krijg je de middelste drie vingers te zien. Vraag het aan een Duitser en je krijgt de duim, wijs- en middelvinger. En vraag je het een Beliziaanse dame, dan krijg je de pink, ring- en middelvinger. Nooit eerder geweten...Hoe zouden we dat nou eens kunnen verklaren?

zaterdag 24 oktober 2009

Kill Chika

Soleine was afgelopen vrijdag jarig. Het is nu zondag en we hebben zojuist drie feestjes achter de rug. Niet slecht voor een vijf-jarige. Het eerste feestje was op school, daar mocht ze zelf-gemaakte cakejes trakteren. Op elke cakeje zaten groene bloemblaadjes die door de hitte waren uitgelopen. Het resultaat was dat alle kids met groene neuzen naar huis gingen. Daarna was er het feestje thuis met acht vriendinnen allemaal gekleed in bloemenjurkjes met frangipangi in hun haar, op zoek naar rode bloemetjes verstopt in het open terrein achter ons huis, ter ere van koningin Dahlia Sunflower. Het laatste feestje was gisteren, tijdens de hash, alwaar twaalf hash kids zich tegoed deden aan een heuse piñata. Een wat?

Ik zal het uitleggen. Hoewel Belize een voormalig Britse kolonie is en dus Engelstalig, zijn de Latijns-Amerikaanse invloeden hier talloos. Niet verwonderlijk natuurlijk, Belize wordt omringd door Spaanstalige landen. Eén van die Latijns-Amerikaanse tradities is de piñata. Een piñata is een soort pop van papier maché; het kan een prinses zijn, of een vrachtwagen, een konijn of Dora de Ontdekker (heel populair hier), die je aan het plafond hangt. Voor Soleine had ik een grappig kuikentje met blauwe bloemen in haar haar gekocht, Schattig denk je misschien, maar dit is slechts het eerste onderdeel van de pinata. Het tweede onderdeel is een stok, waarvoor ik onze bezemsteel gebruikt heb die toevallig afgelopen week er de brui aan had gegeven. En wat doen die kinderen met een stok en een schattig geel kuikentje? Ze slaan haar verrot, hakken een gat in haar hoofd, prikken de bezemsteel in haar ogen, meppen de tedere kuikenpootjes kapot en ga zo maar door, totdat...er snoepjes uitvallen. Want dat is de truuk. Een pinata is een soort kauwgumballenmachine maar dan zonder muntjes.
En zo gebeurde het. Gisteren stonden twaalf kids met onze bezemsteel te rammen op schattige gele Chika. En ze ramden...en ramden....en ramden...totdat...niks. Na 85 meppen vroeg één van de moeders of ik misschien vergeten was om er snoepjes in te doen? Parrdon? Oh my God... Ik dacht dat ik dat ding kant en klaar gekocht had. Dus niet. ..blijkbaar heeft elke pinata een gaatje in haar hoofd waar je zelf het snoepgoed in moet doen. Wist ik veel. Je had de gezichtjes van de kinderen moeten zien! Zoiets als tien Sinterklaasliedjes zingen om vervolgens een lege zak aan te treffen. Oh de schaamte...Vandaar dat ik nu in het vliegtuig met als bestemming Parijs zit!

dinsdag 6 oktober 2009

Hoi Indy

Toen ik klein was speelden we soms een gezelschapsspel genaamd Wildlife. Met je pion crosste je de wereld op het speelbord over op zoek naar bedreigde diersoorten. Die kon je dan kopen om ze te redden. Een soort Monopoly maar dan met dieren. Een leerzaam spel want je kwam de meeste onbekende exotische diersoorten tegen. Zo had je in Noord-Amerika de Californische condor, in Azie de Arabische oryx, de neusharige wombat in Australie, de ringstaart maki (lemur) in Afrika en in Latijns Amerika had je de tapir.

Tijdens het spelen van Wildlife met mijn broers en zussen heb ik waarschijnlijk voor het eerst van Belize gehoord. Want daar woonde de bergtapir, een van de meest zeldzame dieren op het bord. Er zat een plaatje bij; zo'n gek beest hadden we nog nooit gezien. Ik kon me dan ook nauwelijks voorstellen dat het echt bestond.
Nou, nu wel dus. Ik heb hem ontmoet...hij heet Indy en woont in de dierentuin van Belize. De beste kleine dierentuin van de wereld. Indy is nog een grote baby, maar nu al een knappe gozer aan het worden. Soleine mocht hem zelfs de fles geven. In Belize noemen ze tapirs ook wel bergkoeien, maar ik vond hem meer lijken op een kruising tussen een varken en een olifant (Sorry Indy!).Add ImageDe zoo in Belize is opgezet en wordt gerund door Sharon, een Amerikaanse dame, die 20 jaar geleden naar Belize kwam om een documentaire over zeldzame dieren te maken. Het project werd halverwege gecanceld en Sharon werd opgezadeld met een troep half-tamme dieren. Tja, wat doe je dan? Dan begin je een dierentuin. Inmiddels is Sharon de 'moeder' van wel twintig inheemse diersoorten.

We hebben kennis gemaakt met Indy en z'n soortgenoot Scotty, met Brutus de jaloerse krokodil, Junior Buddy, de enige jaguar ter wereld die een koprol kan maken, met Panama de Harpy Eagle die op je afkomt vliegen om je begroeten zodat je haast van schrik van het platform valt, en met Polly de pratende papagaai . Met z'n krassende papagaaienstem roept ie: ' I am a parrot...my girlfriend works in a bar". Echt waar! Dan zijn er nog apen, slangen, herten en allerlei schattig klein grut dat je met verschrikte ogen en rechtopstaande wiebelstaartjes aanstaart.

De Belize zoo is echt een juweeltje. Alle bewoners zijn dieren die gered zijn van de illegale dierenhandel of beesten die mishandeld of verongelukt waren. Zo krijgen ze een tweede kans. Om nog lang en gelukkig te leven...



dinsdag 29 september 2009

Hoe word ik ambassadeur

Het voordeel van het wonen in 'de kleinste hoofdstad ter wereld' is dat we al snel veel mensen hebben leren kennen, waaronder ook de inner circle van Belmopan. Soms krijgen we een mooie envelop met een gouden stempel...een uitnodiging voor een diplomatieke receptie. Wij zijn natuurlijk geen diplomaten, en die aspiratie hebben we ook nooit gehad, maar we vertegenwoordigen de EU een beetje. Zo mochten we komen op de welkomsreceptie van de nieuwe Amerikaanse ambassador in Belize, Mr Thummalapally. Hmm, interessante naam. Inderdaad, geen typische 'ambassadeursnaam'. De gemiddelde ambassadeur is immers een blanke man van middelbare leeftijd, hoewel het aantal vrouwen in opgang is.

Vinai Thummalapally is de eerste Indisch-Amerikaanse ambassadeur ooit. Hoe dat zo? Hij is een schoolvriend van president Obama, ze waren flatgenoten op de universiteit in Los Angelos en New York. Hij en zijn vrouw waren één van de actiefste fondswervers tijdens Obama's verkiezingscampagne. En dat wordt beloond. Met een leuk baantje in een gezellig landje als Belize. Zonder diplomatieke ervaring, hetgeen hij ruiterlijk toegaf in zijn speech tijdens de receptie, en met de belofte om snel te zullen leren.

We kletsten een tijdje met Barbara, z'n vrouw. Een bijzonder aardige en geïnteresseerde dame. Ze vertelde dat ze haast van haar stoel viel toen de president hen in april opbelde. Na een grondige inspectie van hun leven en achtergrond, om te zien of ze wellicht een geheime aandelenrekening op de Kaaimaneilanden hadden, of een arrestatiebevel uit India (of wat die mensen ook moeten uitvogelen wanneer je ambassadeur wordt), werden ze officieel aangesteld. Papa en mama kwamen overgevolgen uit Hyderabad, apetrots natuurlijk. Dat geldt niet voor iedereen in India zoals te zien op een paar internet fora, maar dat is gewoon de kift en racistisch gezeik.

Het heeft me aan het denken gezet. Misschien wordt een schoolvriend(in) van mij ooit nog wel minister president van Nederland. Onwaarschijnlijk, maar niet onmogelijk. En zou ik dan een ambassadeurspostje accepteren? Waarom niet? En jij?

dinsdag 22 september 2009

Tijd voor de optocht


Op dit blog schreef ik al eerder over de gelijkenissen en verschillen tussen Belgie en Belize. De twee landen hebben weinig gemeen, behalve dat ze slechts één letter van elkaar verschillen. Wat heeft Belize gemeen met Nederland? Misschien niet veel, maar toch minstens de nationale kleuren: rood-wit-blauw, en een voorliefde voor optochten en parades.
Gisteren tijdens onafhankelijkheidsdag zijn we naar de parade gaan kijken. Ik voelde me net weer in even in Dongen...totdat de brandende zon me eraan herinnerde dat ik wel degelijk op de andere kant van de aardbol stond!

woensdag 9 september 2009

Tossed Salad

September is een feestmaand in Belize. Het is momenteel verschrikkelijk heet, maar dat weerhoudt de Belizeanen er niet van om parties en parades te organiseren. Dit jaar viert Belize 28 jaar onafhankelijkheid. Niet zo lang eigenlijk,...of betekent het dat ik oud aan het worden ben?
In de jaren zestig toen het kolonialism wereldwijd op z'n retour was, waren Trinidad & Tobago en Jamaica de eerste landen in de Caraiben die onafhankelijk werden. Hoewel Belize in 1961 al zelfbestuur van Groot Brittanie had gekregen, zou het nog 20 jaar duren eer Belize echt onafhankelijk werd. Dit vanwege een landclaim van buurland Guatemala. Wat die claim precies inhield en hoe de kwestie uiteindelijk werd opgelost is een lang verhaal, maar kijk eens goed naar de lange, kaarsrechte grens tussen Guatemala en Belize en je vermoedt meteen dat dit geen natuurlijke grens is.

Wat mij persoonlijk erg aanspreekt in Belize is hun motto, hetgeen in September volop gevierd wordt: "Diverse Origins, Common Aspirations". Dit is echt zo. De bevolking van Belize is net zo divers als de vissen in hun oceaan, met allerlei kleuren (en talen en culturen) vertegenwoordigd. In haar klas heeft Soleine een mooie collage gemaakt ter gelegenheid van de feestmaand. Plaatjes van mannen, vrouwen en kinderen in allerlei kleuren: de uit Afrika afkomstige Garifuna's en Creolen, Maya's en andere Spaanstaligen uit Latijns Amerika, Indiers, Chinezen en Taiwanezen, Mennonites en andere blanken...

Toen ik in de jaren 90 antropologie studeerde noemde men dit een smeltkroes, alsof al die culturen en gewoonten waren samegesmolten tot een grote brij. Inmiddels weten we beter. De groepen leven samen, maar zijn echt niet samengesmolten. Ze spreken hun eigen taal en behouden hun eigen cultuur, gerechten en gewoontes. Daarom had iemand ooit de term ' Tossed Salad' bedacht. Belize is als een grote kom salade waarin Iceberg, Romaine, Eikenblad, Lolla Rossa en Rucula blaadjes, elk met hun eigen kleur en smaak, lekker naast- en doorelkaar liggen. Goede term, vind ik, maar een blik op Wikepedia laat me zien dat Tossed Salad nu ook slang is voor homo-sex is. Hopelijk is die betekenis in Nederland nog niet doorgedrongen, dus wij kunnen nog fijn over 'gemengde salade' spreken!


maandag 31 augustus 2009

Terug in Belize...aan het werk

Zes weken in Europa zijn voorbij gevlogen. Bijgepraat met 17 broers en zussen(inclusief de schone soort), 22 neefjes en nichtjes, 2 paar ouders en meer dan 100 vrienden in 5 landen (Nederland, Belgie, Frankrijk, Duitsland en Luxemburg). Ben zeker 4 kilo aangekomen, heb 12 soorten bier gedronken in meer dan 20 kroegen, heb in minstens 30 restaurants gegeten en gewinkeld in nog veel meer winkels, alwaar ik zo’n slordige 120 kilo aan spullen gekocht heb, verdeeld over 5 koffers. Kortom: een supertijd maar nu ben ik een beetje moe.
Het is fijn om terug te zijn. Wel weer even wennen aan de hitte en het tijdverschil. Soleine heeft nergens last van, die is al weer begonnen met school. Ze zit nu in K-5, dat is het tweede jaar van Kindergarten ofwel groep 2. Ze was blij weer naar school te gaan (ik ook!) en erg blij haar vriendinnetjes weer terug te zien.
Michel is vanochtend met lood in zijn schoenen naar zijn projectkantoor gegaan, alwaar het eeuwigdurende gevecht weer begint om iets in de suikersector voor elkaar te krijgen. Ik ben een beetje aan computeren, mijn blog bijhouden, m’n inbox leegmaken en wat niet, een lui dagje...maar wel het allerlaatste luie dagje want morgen begint mijn nieuwe job!

Yeah, ik heb de perfecte consultancy opdracht gevonden. Wat ga ik doen? Een MTR voor UNDAF en de M&E voor de UNDP CPAP en AWP. Wat? Oké, even in gewone (niet Verenigde Naties-taal): ik doe een tussentijdse evaluatie van het ontwikkelingsprogramma dat door vier VN-organizaties in Belize wordt uitgevoerd. Daarnaast help ik met het meten in hoeverre de VN haar doelstellingen in Belize aan het bereiken is. Samen met de overheid hier willen ze voor 2011 een aantal doelen bereiken, bijvoorbeeld het verminderen van de armoede en het terugdringen van nieuwe gevallen van HIV/Aids. Hiervoor moet dus informatie verzameld, zowel kwantitatieve info, zoals het percentage HIV transmissies van moeder op kind, alsook kwalitatieve gegevens, bijvoorbeeld of microkrediet het werk en leven van arme vrouwen heeft verbeterd. Ik zal samenwerken met de ministeries en met organizaties als het Statistical Institute of Belize en NGOs die ontwikkelingswerk doen. Ik hoop veel nieuwe mensen te leren kennen. Het is een job voor vier maanden. En weet je het allerbeste: ik kan het vanuit huis doen en met flexibele uren. Helemaal top.