maandag 29 juni 2009

Heldinnenmoed

Eerder schreef ik dat de zon de belangrijkste reden is waarom wij graag in het buitenland wonen. Dat is niet waar, bedacht ik me achteraf. Het is de kwaliteit van ons leventje hier, waaraan voor een groot deel wordt bijdragen door Silvia. Voorheen was het Jesmin, daarvoor Kibira, Margareth, Joseph en Teresa en daarvoor dona Isabel. Silvia is onze hulp, in het Engels zegt men nog vaak ‘maid’ en in het Frans ‘bonne’, en ik had zelfs een Nederlandse buurvrouw in Marokko die het over haar ‘meid’ had. Ik heb het liever over de hulp, zoals in Nederland. Silvia is geweldig. Ze komt drie dagen in de week, is altijd op tijd, vrolijk, eerlijk en netjes.

Ik ben nou eenmaal een luie donder. Niet aartslui, zo zou ik het niet willen noemen, maar ik heb een talent voor het ontwijken van vervelende karweitjes, zoals daar zijn: schoonmaken, wassen, strijken, koken ofwel alle huishoudelijke zaken. Ik kan bevestigen wat mijn broer lang geleden eens zei: niets went zo snel als geen huishoudelijk werk meer hoeven te doen.

Vorige week gin
g Silvia wat geld halen bij de bank, waarna ze – flesje cola in de hand-, naar het postkantoor liep om een aanbetaling te doen voor een stukje land dat ze gekocht had. Plots duiken twee jonge kerels uit een boom en eentje grijpt haar tasje. Silvia laat het niet los, maar de andere jongen slaat haar en komt op haar hals af met een gebroken fles. Dan bedenkt Silvia dat ze zelf ook een leeg flesje in haar hand heeft, ze slaat het kapot tegen de muur en haalt met al haar kracht uit. Het kapotte colaflesje laat een diepe snee achter op het hoofd van de aanvaller. Een vrouw die het heeft zien gebeuren is gauw naar het politiebureau gehold, 300 meter verderop, kun je nagaan! De politie treft haar aan met een snee in haar neus en de slechts de hengsels van haar tasje. Maar ze is nog niet verslagen! Ze heeft de jongens namelijk herkend van toen ze voor de Amerikaanse ambassade werkte waar het duo een keer serveerde op een feestje. Aangezien de ene knul naar het ziekenhuis moest voor hechtingen heeft de politie ze gauw gevonden. De volgende dag zaten ze vast in een kale cel zonder toilet op het politiebureau in Belmopan. Mooi zo. Einde verhaal?

Nee dus. Nu begint het pas. Silvia is haar geld kwijt, ongeveer 200 euro, en ze wil het terug. De politie wil dat ze officieel aangifte doet. Silvia wil best maar is ook bang, als je mijn vorige verhaal (Het land waar iedereen elkaar kent) hebt gelezen dan begrijp je waarom. Ze heeft een officiële aanklacht ingediend; een lang epistel in drievoud met de juiste stempels en postzegels, zoals dat hier gaat. Ze heeft een rechter betaald (ook dat is normaal hier) om haar verhaal aan te horen. Binnenkort gaat hij beslissen of Silvia moet getuigen in een openbare rechtzaak. Als ze moet, dan ga ik met haar mee. Want ze is zo moedig. Ze is mijn heldin. In het woordenboek komt alleen het woord heldenmoed voor, maar voor mij bestaat er zeker zoiets als heldinnenmoed!

maandag 22 juni 2009

Mijn eerste keer...

Vandaag iets gedaan wat ik nog nooit eerder gedaan heb. Ik had niet gedacht dat ik het ooit zou durven. Ik voelde me enigszins gegeneerd omdat (of misschien ondanks dat) ik in mijn eentje was en daarom had ik eerst de gordijnen dicht en de deur op slot gedaan. Maar toen ik klaar was voelde ik me super. Bezweet en moe dat wel, maar het relaxte gevoel dat door mijn lichaam stroomde maakte de gêne meer dan goed.

Wat ik gedaan heb? Aerobics in mijn huiskamer samen met Fit TV! Ken je Fit TV, heb je dat ook in Nederland? Het is van Discovery channel en het laat een aaneenschakeling van fitness kings, yoga goeroes en opgepompte Pilates prinsessen zien in strakje broekjes en roze mini-topjes die hun ribbelbuikjes showen en tegen het tv-publiek schreeuwen als waren het tieners in een workshop sociale weerbaarheid: "Oh you’re doing great, keep going, feel your power, gr-r-r-r-r-reat!"

Er zijn helaas geen sportclubs in Belmopan, athans niet dat ik weet. Ik ben een paar keer naar de Christelijke dansschool En Croix geweest, gerund door Youth with a Mission (die zichzelf afkorten als Y-WAM, wow!) maar die is momenteel gesloten gedurende de lange zomervakantie. Er is aqua-gym voor dames, maar ik ben nog niet in die fase beland dat ik in het water hoef te doen wat ik nog op de grond kan. Dus tenzij je naar de Belmopan fitness club wilt samen met een dozijn zwarte bodybuilders in een gebouwtje zonder air-conditioning waar je het zweet en het testosteron kun ruiken als je er alleen al langsrijdt, dan ben je overgeleverd aan Fit TV.

Dus vanochtend rolde ik vrolijk mijn Indiase tapijt in mijn huiskamer op en mijn gymmatje uit, stapte in mijn gympakje en volgde de warming up pasjes van Sharon Mann, viervoudig Canadees Aerobics kampioen. Was ik net lekker warmgedraaid...stopt ze ermee. Reclame. Nee toch, dat kun je niet maken. Dit is goed voor de volksgezondheid, waaarom kan het niet op de publieke zender zodat er geen reclame tijdens het programma komt? Hoe dan ook, Sharon, die voor de gelegenheid haar haar in ‘leuke’ Pipi Langkous staartjes gedaan heeft, is zo enthousiast dat ik haar niet wil teleurstellen. Maar telkens als ik een pasje onder de knie heb, begint ze weer een ander. En ze gaat maar door. Dan is het tijd om te stretchen. Bijna verlies ik twee vingers in m’n plafondventila
tor. Ach, het maakt niet uit, niemand die me ziet as ik het niet volg. En weet je wat, als ik morgen niet al te veel spierpijn heb, doe ik lekker weer. Met de gordijnen dicht welteverstaan.

maandag 15 juni 2009

Het land waar iedereen elkaar kent

Antoine, Michel’s zoon van bijna 14, kwam voor het eerst naar Belize met Pasen. We reden terug van het vliegveld naar ons huis in Belmopan en ik bestudeerde hem intensief. Wat was zijn eerste reactie op ons nieuwe land? Gedurende de eerste 40 kilometer was hij stil, waarna hij enigszins verbaasd opmerkte: “Papa, waar zijn de huizen, waar zijn de mensen?”

Het klopt, Belize is een haast leeg land, met 300.000 inwoners (vergelijk Utrecht stad) en 80% jungle. Dat valt natuurlijk meteen op, zeker als je van druk en vol Sri Lanka komt. Met slechts 12 mensen per vierkante kilometer, is Belize één van de dunstbevolkte landen ter wereld (onderaan staat Groenland met nog niet eens 1 person per km2, bovenaan staat Macao met 16,000 mensen per km2). We kennen allemaal de problemen van een overbevolkt ontwikkelingsland: armoede, vervuiling, vreselijke verkeerschaos, uitgeputte hulpbronnen en disastreuze natuurrampen, maar heb je wel eens nagedacht over de problemen waarmee onderbevolkte ontwikkelingslanden kampen?

Neem infrastructuur. Er zijn slechts twee goede wegen in Belize (‘highways’), de rest zijn zandpaden. Dit is in principe voldoende om de steden met elkaar te verbinden. Nu is er geld beschikbaar voor de aanleg van nieuwe wegen. Maar is het de moeite waard om dure asfaltwegen aan te leggen voor 20 auto’s per dag? Hier in Belmopan worden regelmatig nieuwe cafés en restaurants geopend, maar vele verdwij
nen net zo snel als dat ze zijn gekomen. Niet genoeg klanten. In Brodies, de beste supermarkt in het dorp, ben ik vaak de enige klant. Ik weet niet hoe ze overleven. Het is lastig om een dunbevolkt land te ontwikkelen. Ga je als ziekenhuis een dure neonatale intensive care machine aankopen voor de 30 babies die er per maand geboren worden, waarvan de meesten gewoon gezond zijn?


Maar dit zijn niet de enige problemen waarmee een onderbevolkt land als Belize te maken heeft. Onlangs was een 12-jarige jongen getuige, onbedoeld, van een bloedige moordpartij door een drugsbende. Doodsbang was ie, letterlijk, en hij wilde per se niet getuigen in een rechtszaak. Maar de politie kwam verschillende keren naar zijn huis om hem over te halen. Een paar dagen later werd ie dood aangetroffen. Iedereen had de politie zien komen, ook de moordenaars, maar niemand kon het jochie beschermen. Getuigenbescherming, under-cover politie of agenten in burger, dit soort praktijken hadden hem wellicht kunnen redden. Maar in een klein land waar iedereen elkaar kent, werken dit soort dingen niet.
Een politieagent kan een rode pruik opzetten, iedereen zal 'm toch herkennen.
De enige troost is misschien dat dit ook voor gevangenen geldt: schier onmogelijk om hier te ontsnappen en te verdwijnen, want iedereen kent iedereen.

dinsdag 9 juni 2009

Suiker verslaat bananen in EU voetbaltoernooi

Afgelopen zaterdag organiseerde onze vriend Tony voor het eerst in de geschiedenis van Belmopan een EU voetbaltoernooi. Dit ter gelegenheid van EU-dag. Jawel, die bestaat. Normaal gesproken gehouden op 9 mei maar vanwege de Mexicaanse griep was het uitgesteld to juni. Officieel heet het Schuman-dag vernoemd naar een of andere Fransman die zichzelf als de oprichter van de voorloper van de Europese Unie zag.

Hoe dan ook, EU-dag wordt volgens mij alleen buiten Europa gevierd en ik durf te wedden dat 99% van de Europeanen er nooit van gehoord heeft. Dit geldt denk ik ook voor het Europese volkslied, een beroemd klassiek stuk van Beethoven genaamd ‘Ode an die Freude’, niet te verwarren met het deuntje dat we jaarlijks voor het Eurovisie Songfestival te horen krijgen.

Er zijn in Belize vier programma’s die door de EU gesteund worden: de suikersector (Michel z’n project), de bananensector, een plattelandsontwikkelingsproject en een project voor steun aan de overheid. Elk van deze vier projecten had z’n eigen gemengde voetbalteam samengesteld, waarbij als regel er telkens minstens vier dames op het veld moesten staan. Ik was klaar om te spelen, maar toen ik de vijf meiden zag die bij ons in het team zaten, allen werken ze voor de suiker boerenorganisatie, heb ik me bedacht want ze waren echt steengoed en gingen voor de overwinning. De eerste wedstrijd eindigde via penalties in een nipte overwinning voor het suikerteam. Door naar de finale waarin we tegen het gevreesde bananenteam moesten spelen. En wat een finale, zeg! Het had echt alle ingredienten van een buiskluisterende, nagelbijtende en zenuwslopende grande finale: een rode kaart, een strafschop, een 18-meter vrije trap en een winnend doelpunt in de laatste minuut, gescoord door niemand minder dan…Michel. Een zoete overwinning voor het suikerteam!

maandag 1 juni 2009

Weer quiz

In Nederland praat men graag over het weer. Toen ik nog aan de Amsterdamse VU culturele antroplogie studeerde, las ik een studie van een antropoloog uit India. Hij verbleef een jaar in een dorp aan de Zeeuwse kust om onderzoek te doen. Een van de dingen die hem opviel, was dat Nederlanders zo vaak over het weer praten. Hij vroeg zich of waarom. De Nederlanders verklaarden het vanuit het feit dat het weer in Nederland zo wisselvallig is. Daarom hebben ze het er zo vaak over. Maar de Indiase antropoloog was hiermee niet tevreden. In Duitsland en Denemarken is het weer ook onvoorspelbaar, en hij vond dat Duitsers en Denen niet zo vaak over het weer zaagden als Nederlanders. Dus ging hij wat dieper graven. Na een jaar kwam ie met zijn eindconclusie. Het had te maken met controle. Nederlanders houden van controle. Ze zijn goed georganiseerd en opgeruimd. Alles heeft een plek in het huis; brood gaat in een broodtrommel, gereedschap in een gereeedschapskist en vuile was in de wasmand. (Hmmm, ik vraag me soms af of ik wel echt een Nederlandse ben). Alles is gecontroleerd en verloopt volgens regeltjes. Het klimaat is een van de weinige dingen die we niet onder controle hebben. Dat vinden we niet fijn en daarom hebben we het er zo vaak over...
Hier in Belize is het weer alles behalve voorspelbaar. Okay, het is meestal warm of zelfs heet, maar daarnaast hebben we regen, onweer, tropische stormen, aardbevingen, hurricanes, droogtes...noem maar op. Maar Belizianen hebben het niet vaak over het weer. Het is een saai onderwerp en je kunt er toch niets aan veranderen.