Ik ben nou eenmaal een luie donder. Niet aartslui, zo zou ik het niet willen noemen, maar ik heb een talent voor het ontwijken van vervelende karweitjes, zoals daar zijn: schoonmaken, wassen, strijken, koken ofwel alle huishoudelijke zaken. Ik kan bevestigen wat mijn broer lang geleden eens zei: niets went zo snel als geen huishoudelijk werk meer hoeven te doen.
Vorige week gin

Nee dus. Nu begint het pas. Silvia is haar geld kwijt, ongeveer 200 euro, en ze wil het terug. De politie wil dat ze officieel aangifte doet. Silvia wil best maar is ook bang, als je mijn vorige verhaal (Het land waar iedereen elkaar kent) hebt gelezen dan begrijp je waarom. Ze heeft een officiële aanklacht ingediend; een lang epistel in drievoud met de juiste stempels en postzegels, zoals dat hier gaat. Ze heeft een rechter betaald (ook dat is normaal hier) om haar verhaal aan te horen. Binnenkort gaat hij beslissen of Silvia moet getuigen in een openbare rechtzaak. Als ze moet, dan ga ik met haar mee. Want ze is zo moedig. Ze is mijn heldin. In het woordenboek komt alleen het woord heldenmoed voor, maar voor mij bestaat er zeker zoiets als heldinnenmoed!